In gesprek met Romy Rockx
Romy Rockx (1991) groeide als meisje op in Roosendaal en woont nu in Rotterdam. Hij is non-binair en transmasculine, maar vindt het wel relaxed dit alles onder de noemer queer te laten vallen. Anders wordt de benaming in sommige gevallen wel erg lang. Het queer-zijn en de daarbij behorende weg echoot door in zijn professionele leven: Romy schrijft theaterstukken over mensen die in hun eigen kracht staan en startte een heuse Queergym.
“Met de wetenschap dat jij een man bent, ben ik benieuwd naar wat voor meisje je vroeger was.”
Ik was een heel druk kind! Erg ondernemend, enthousiast, vrolijk en ik wist altijd heel duidelijk wat ik wilde, had een sterke wilskracht. Ik kan me in ieder geval herinneren dat mijn moeder dat heeft opschreven in een boekje over mij, als kind.
“Zijn die eigenschappen onveranderd?”
Ja, eigenlijk wel, al ben ik natuurlijk wel ietsje ouder en daardoor ook wat rustiger.
“Puur en alleen door het ouder worden? Dus dat heeft niet te maken met je transitie?”
Nee, dat niet. Ik was als kind al heel erg mezelf en mocht van mijn moeder bijvoorbeeld naar de jongenskapper en ook aantrekken wat ik wilde. Ik was eigenlijk al een jongetje. Of nou ja, ik was gewoon Romy. Gendervrije Romy zelfs. Dat veranderde pas toen ik in de puberteit kwam.
“Wanneer was dan het moment dat je je er bewust van werd dat er een jongen in jou zat?”
Dat waren een heleboel momenten bij elkaar. Als kind wist ik wel dat er iets niet paste. De andere meisjes gingen namelijk niet naar een jongenskapper. Eigenlijk wist ik altijd wel dat ik liever als jongetje was geboren, maar ik stopte het, zodra dat rond de puberteit nog wat duidelijker werd, weg. Zo van: “Dat is niet zo” en tegelijkertijd: “Je zal toch nooit een jongen worden, dus denk er maar niet meer aan, het heeft geen zin”.
“Ah ja, dan beginnen de dansjes tussen jongetjes en meisjes, terwijl er natuurlijk meerdere dansjes bestaan.”
Ja, precies. Ik ben eerst als lesbisch uit de kast gekomen, maar dat klopte natuurlijk niet. Vervolgens heb ik het heel erg gezocht in mijn genderexpressie. Ook na mijn pubertijd nog. Ik ging bijvoorbeeld meer masculiene kleding dragen, en dat voelde voor een tijdje wel okay, ik was blij met de kleding die ik dan droeg. Maar als ik in de spiegel keek, zag ik toch een vrouwenlijf in mannenkleren. Dat klopte dan voor mijn gevoel ook niet, ik kreeg er een error van. Dan draaide ik het weer om door meer feminiene kleding aan te trekken. Op zich vind ik dat fijne kleding, maar ja, ook dát plaatje klopte niet. Zo jo-jo-de ik heen en weer totdat ik begreep dat het niet de kleding was, maar het lijf dat in de kleding zat dat moest veranderen.
Pas toen ik naar een genderpsycholoog ging, heb ik geleerd dat er een verschil zit tussen genderexpressie en genderidentiteit. Mensen om mij heen vonden het verwarrend, want ik had veel vrouwelijke kleding gedragen en was toch ook best een beetje vrouwelijk. En ja, dat klopt ook wel, want misschien ben ik ook nu niet een heel masculiene man en wat zachter en feminien. De genderexpressie van die identiteit zie je ook terugkomen in kleding. Of langer haar. En zo zijn er heel veel verschillende lagen waarin zoveel te ontdekken is.
“Wanneer viel het dan uiteindelijk op zijn plek?”
Twee jaar geleden was het voor mij helder.
“Is het dan zo dat het bijna een hele studie is? Je moet de terminologie leren, langs bij genderpsychologen, je leefde al een heel leven tot je was waar je twee jaar geleden was”.
Het voelt niet als een studie, maar natuurlijk is het een hele weg. Kijk, toen ik in Roosendaal opgroeide, toen was trans zijn nog iets heel groots en verwegs. Dat waren voor je gevoel andere mensen die zich heel resoluut 100% man of 100% vrouw voelden, maar dat voel ik dus niet.
“Pre-internet!”
Ja! Gelukkig is er nu veel meer bekend over de binaire samenleving waarin wij zijn opgegroeid en is er meer bewustwording rond dat gender niet iets vasts is.
“Wil je mij misschien wat vertellen over jouw eigen transitie? Is het een lang proces?”
Dat valt wel mee hoor, vooral de wachtlijsten zijn lang. Er wordt hard gewerkt in de genderzorg, maar het systeem kan de hoeveelheid niet aan. Dat is mentaal zwaar. Je gaat naar de arts voor hulp en je moet soms twee jaar wachten, dat is niet goed. Ik sta nu bijvoorbeeld nog steeds op de wachtlijst. Ik heb gelukkig via anderen wegen hulp gevonden. Maar dan moet je wel echt doelgericht en ondernemend zijn. Je moet heel duidelijk zijn over wat je wilt.
“Precies de kwaliteiten die je als kind al had!”
Haha, ja. Als je onzeker bent, wat een superlogisch gevoel is bij het net uitvogelen dat je trans bent, dan is dat wel onhandig. En dat wachten, dat is gewoon superzwaar.
“Is dat eigenlijk het zwaarst van alles?”
Ja, eigenlijk wel.
“Van tevoren dacht ik misschien dat het de operatie zou zijn. Hoe was jouw operatie? Wat is eigenlijk dé operatie?”
Wat dé operatie is, is heel persoonlijk. Voor sommige is dat een geslachtsverandering, voor mij was dat de borstoperatie. Mijn borsten werden weggehaald en dat luchtte zo op. Het gaf me de vrijheid om me in de dagelijkse binaire wereld te bewegen. Voor de operatie droeg ik binders, dat zijn hele strakke hemdjes die je borsten helemaal platdrukken. Je kan je misschien wel voorstellen dat dat heel oncomfortabel is, om nog maar te zwijgen over eventuele sociale ongemakken. Naar het zwembad gaan, een bepaald bloesje dragen, alles is ineens makkelijker.
“En is zo’n operatie dan een mega mix van allerlei gevoelens? Enerzijds neem je afscheid van het leven dat je tot dan toe leefde, anderzijds word je eindelijk wat je wilt worden. Wat me ook weer doodeng lijkt.”
Het is jouw lichaam en dat blijft het, dus zo eng vond ik het niet. Daarbij voelde het altijd al zo dat ik dingen aan mijn lijf had, die daar niet hoorden, daar heb ik nooit over getwijfeld. Die heupen, die verdwijnen in ongeveer drie maanden door de hormoonbehandeling, want daardoor verandert de vetverdeling, maar de borsten, die gaan daardoor niet weg. Ik wist wel dat dat voor mij moest. Stel je voor dat je nu drie borsten zou hebben, en de rest van de wereld heeft er twee. Dat vind je het fijn dat die derde wordt weggehaald. Of, als jij nu ineens een penis zou hebben…
“Haha, ja, ik zou niet weten wat ik daar mee aan zou moeten!”
Kijk, natuurlijk is het iets groots, dus ik heb er over gepraat en er veel over nagedacht, zoals men dat doet bij grote beslissingen. Maar uiteindelijk wist ik zeker, dit is de keuze die ik maak.
“En even voor de duidelijkheid, zodat ik het goed heb: Je bent non-binair, maar ook een man, klopt dat?”
Ja, ik ben transmasculine en non-binair. Tussen mannen en vrouwen is er een heel spectrum en ik bevind me aan de masculiene kant, maar ik was geboren als vrouw en voel me ook nog verbonden met vrouw-zijn. Dat maakt het voor mij non-binair.
“Je ziet er wel echt uit als een man en hebt een vriendin!” Is jouw vriendin dan gewoon heteroseksueel?”
Niet perse! Die is daarin ook nog zoekende: bi- of panseksueel? Het gemakkelijkst is het queer te noemen, anders worden al die namen zo lang, haha.
“Dat brengt me op het volgende, je bent een Queer Gym begonnen! Dat klinkt fantastisch. Zijn jullie al open?”
Momenteel kan ik door Corona nog niet helemaal open, maar ik ben mijn opleiding tot trainer aan het afronden en men kan wel al (buiten) met mij sporten. Het is de bedoeling dat er memberships komen en men gewoon in en uit kan komen lopen. Ik benut deze tijd om een community te bouwen: mensen kunnen kennismaken met mij en mijn idee voor de gym.
“Op zich is er een hele grote queer-gemeenschap, heb je dan straks een heel groot klantenbestand?”
Ja, er is een grote queer-gemeenschap, maar het gaat me uiteindelijk niet alleen om bi-, pan, queer, trans of seksualiteit, maar ook over dik en dun, over beperkt en onbeperkt. Ik kan me voorstellen dat als je bijvoorbeeld een arm mist, je je in de normale sportschool niet gerepresenteerd voelt. Het gaat over acceptatie en representatie en het creëren van een veilige omgeving voor iedereen die van de norm lijkt af te wijken.
“De norm. Wit, fit en cis?”
Haha, ja. Als je daar als queer buiten valt, buiten het normatieve, dan brengt dat veel ongemak met zich mee.
“Had jij daar voorheen, als je in een ‘normale’ sportschool trainde, zelf veel last van?”
Ik heb gelukkig geen echt vervelende ervaringen, maar was vanuit mijzelf wel altijd op mijn hoede. Thuis begon ik al met de vraag: Wat doe ik aan. Een broek met knopjes, zodat ik daaronder gewoon al mijn sportbroek aan kan doen en me niet hoef om te kleden? Hoe zit ik in mijn vel? Doe ik een hoodie op zodat ik niet opval en gewoon naar beneden kan kijken? Tegelijkertijd bleef ik me dan bezighouden met: wat als ze nou een opmerking maken, wat zeg ik dan terug, wat als ze het aan me zien. Ik voelde me vaak ongemakkelijk en er niet thuis en soms ook te kwetsbaar om dat hele proces aan te gaan. Het was een heel ding en er ontstond een enorme drempel. Overigens zeg ik hiermee niet dat de reguliere scholen onvriendelijk zijn of expres niet inclusief. De sportscholen houden zich niet of nauwelijks bezig met deze maatschappelijke thema’s. Er is er nu nog niet een die deze maatschappelijke thema’s meeneemt, de sportschool in. Daarin is Queergym de eerste.
“Je had vroeger ook ineens sportscholen voor alleen vrouwen, eigenlijk om vergelijkbare redenen”.
Ja, dat was echt een eerste stap! En toen dat opkwam, stelden we daar geen vragen bij. Zo van: Natuurlijk hebben we deze sportscholen nodig.
“Gaat jouw gym qua sfeer lijken op de normale scholen? Of wordt het flamboyanter? Of… welk plaatje heb je in je hoofd?”
Qua inrichting wordt het natuurlijk een ruimte met sportbenodigdheden, maar dan wordt het geheel genderloos. De barbell (een stalen stang waar je gewichten aan hangt) zal niet voor vrouwen of mannen, zijn, maar gendervrij: gewoon een 15kg barbell en een 20kg barbell. Het maakt niet uit wie daarmee aan de slag gaat.
“Zijn die voor vrouwen dan normaal roze ofzo?”
Ja! Soms wel. Verder zullen onze contactformulieren niet gegenderd zijn. Evenals de kleedkamers en de toiletten. Mensen zullen gendervrij worden aangesproken en aangezien het mij vooral over de representatie gaat, zou ik bijvoorbeeld ook graag dikke bokscoaches in de gym willen hebben werken. Het liefst werken er mensen vanuit verschillende community’s. Community’s die ikzelf niet kan bereiken, maar die wel gerepresenteerd en bereikt moeten worden.
“De representatie is dus een speerpunt van de Queergym”.
Ja, daar gaat het mij om. Op mijn posters zul je een verscheidenheid aan mensen en lijven tegenkomen. Normaal zie je bij sportscholen foto’s van alleen maar fitte mensen, ze belichamen het doel dat de sportschoolganger zou willen moeten behalen. Ik wil mensen representeren die goed zijn als zichzelf en gewoon willen bewegen. Een dik persoon is er heus niet perse om af te vallen en ik ben niet perse op weg naar een doorsnee ripped body. Waarmee niet gezegd is dat dat niet mag natuurlijk. Ik wil alleen maar zeggen: sporten is niet alleen fysiek, maar ook erg belangrijk voor het hoofd, je mentale gezondheid.
“Je bent meer dan non-binair, transmasculine en Qyeergym entrepeneur, je bent ook theatermaker, acteur en theaterdocent. Ik vroeg me af of je deze maatschappelijke thema’s en je eigen verhaal ook verwerkt in je voorstellingen.”
Niet zo specifiek. Het komt in kleine dingen wel naar voren, maar mijn voorstellingen gaan over mensen die dappere pogingen wagen en zoeken naar hun eigen kracht. Deze vinden ze uiteindelijk. Ik wil de mensen met wie ik werk altijd krachtig neerzetten, in personages die zelf keuzes maken. Daar zit misschien wel een parallel in. Wat wel zo is, met mijn jongerentheatergroep in Roosendaal werken we actief aan gender vrijheid. Er zijn geen genderbevestigende rollen en iedereen mag elke rol spelen. Meiden spelen mannen en andersom.
“En op deze manier leren jongeren dus al dat de maatschappij niet zo gender-vast is als wij soms denken, het heeft ook een educatieve waarde.”
Precies. De theaterwereld is sowieso een wat veiligere omgeving om dit in mee te maken of het te behandelen. Ik geef ook les op Theaterschool MBO in Rotterdam. Daar zijn studenten zelf bezig met hun genderidentiteit. Ook weten ze van mij dat ik trans ben en dat is totaal geen issue. Ik ben voor hen gewoon meneer.
“Kun je misschien tot slot nog iets noemen wat er voor jou sinds je transitie gaande is, is veranderd? Fluiten vrouwen je inmiddels na?”
Haha nee, dat laatste is nog niet gebeurt, wie weet komt dat nog. Wat wel is veranderd, is vooral mijn relatie tot mannen, op straat. Je weet het zelf misschien ook, uit ervaring, maar vrouwen worden vaak nagefloten, krijgen blikken te verduren, opmerkingen naar hun hoofd, dat soort dingen. Dat, is nu helemaal weg.
“Relaxed!”
Ja, zeker, maar ook wel schokkend! Dat het dus zoveel gebeurde dat het wegvallen ervan zo duidelijk opvalt.
“Ja het is verschrikkelijk, wij vrouwen hebben hier inderdaad veel te vaak mee te maken.”
“Bij ‘het Gesprek Online’ praten we over discriminatie, seksisme, ageism en dergelijke en we willen natuurlijk dat deze gesprekken leiden tot het verminderen daarvan. Heb jij misschien nog iets toe te voegen?”
Ik zou iedereen willen vragen open te blijven staan voor ervaringen in plaats van snel te oordelen met opmerkingen als: Oh dat snap ik echt niet, oh dat kan toch niet. Ik zou willen vragen om nieuwsgierig te blijven, want, het gaat niet over jou. Je hoeft hier in relatie tot jezelf niets over te vinden, je hebt niets te verdedigen als jij anders bent dan een ander. Je hoeft alleen maar te luisteren.
Verder geeft Romy aan dat iedereen die vragen heeft en benieuwd is zich vrij mag voelen om contact op te nemen. Instagram @rockxromy