In gesprek met Ma’MaQueen (Dennis Bijleveld)

Foto: Jonathan Portugal / insta: @portugalhexx

“Ik ben benieuwd, hoe was jij als kind, als klein jongetje?”

Ik was best wel een vrij kind. Ik voelde me niet echt een jongetje, maar ook geen meisje. Mijn ouders zagen dat ook en besloten mij hiermee te helpen. Daarom brachten ze me toen ik een jaar of zeven was naar een kliniek in Utrecht die transgenderkinderen hielpen. Daar moest ik allerlei testjes doen. Ze onderzochten bijvoorbeeld mijn speeksel en bloed, om te kijken of het transgenderzijn aantoonbaar was.

“Wow! Dat klinkt heel erg uit de tijd, ze deden bloed- en speekselonderzoek?”

Ja, ze wilden mij helpen, maar tegelijkertijd deden ze nog research of het aantoonbaar was. Ik moest dan iets heel zouts eten en daar krijg je natuurlijk veel speeksel van. Vervolgens moest ik dat dan uitspugen en gingen zij kijken of mijn trans-zijn misschien hormonaal aantoonbaar was. Ik moest ook andere testjes doen. Dan werd ik in een kamer gezet waarvan aan de ene kant alles roze was en aan de andere kant alles blauw. Dan keken ze waar ik voor ging kiezen. Hetzelfde met jongetjes- en meisjesspeelgoed.

“Super binair”

Ja, heel. Ik heb van die speekseltest een trauma overgehouden, ik vond dat toen al heel heftig en rond mijn zestiende kreeg ik enorme nachtmerries. Hier heb ik EMDR-therapie voor gehad.

“Was je een soort proefkonijn?”

Hm, zo voel ik dat gelukkig niet. Ze wisten gewoon nog weinig in die tijd. Daarbij wisten ze ook gewoon niet zo goed wat ze met mij aan moesten. Er waren daar meerdere kinderen en de meesten van hen waren veel meer het één of het ander. Transmeisjes zagen er bijvoorbeeld helemaal als een meisje uit. Ik zat daar tussenin. Op een gegeven moment hebben ze me een boek gegeven met allerlei meisjesnamen en kreeg ik het advies om alvast een nieuwe naam uit te zoeken. Ik was toen best wel confused, want ik was niet per se ongelukkig met mijzelf, maar ongelukkig over hoe er op mij gereageerd werd. Ik mocht geen nagellak op, geen make-up, geen lang haar hebben, dat soort dingen. Mijn ouders wilden mij trouwens graag helpen, maar ik had allemaal vragen voor hen en zij voor mij, die we beiden niet konden beantwoorden.

Uiteindelijk besloot ik dat ik niet mijn naam wilde veranderen en geen pubertijdsremmers wilde, want ik vond dat allemaal te eng. Ik was bang voor hoe mijn omgeving zou reageren. Daarmee was de kous niet af, want ik bleef daarna nog altijd op zoek naar manieren om mezelf te kunnen zijn en naar manieren om duidelijk te maken aan mijn omgeving wie ik ben.

“Heb je daar een voorbeeld van?”

Mijn omgeving waardeerde mijn vrijgevochten non-binaire geest. Daarbij deed ik modellenwerk en reageerde men altijd heel positief op mijn androgyne look, mijn in touch zijn met mijn vrouwelijke kant deed het goed op foto’s. Zo had ik wel een way of life waarvan ik dacht dat dit het misschien was, dat dit mijn state of happiness zou zijn. Maar, als ik in de spiegel keek, onder de douche vandaan kwam, of me afschminkte na een drag-optreden en ik bijvoorbeeld zag dat ik mijn baard alweer moest scheren, dan werd ik daar toch niet gelukkig van. Ik heb een Koerdische vriendin die veel lichaamshaar heeft en dat vindt ze vreselijk, ze is daar veel mee bezig. Ik voel dat bij mijzelf ook zo.

“Ben je daar inmiddels verder in? Volgens mij heb je een enorme ontwikkeling meegemaakt.”

Jazeker. Sinds een jaar of vijf identificeer ik mijzelf als non-binair. Ik sta op de wachtlijst en ga beginnen met de hormonen.

“Diezelfde die je eerder niet wilde”.

Ja, ik durfde het vroeger niet, maar nu weet ik het zeker. Mijn kast hangt inmiddels al vol met kleding die ik niet gebruik voor mijn drag, maar ik draag ze ook nog niet. Het is kleding die ik shop voor na mijn transitie, ik shop voor mijn ideale zelf. Ik kan niet wachten tot ik weer in een soort van nieuwe puberteit kom. 

“Ik heb begrepen dat er enorme wachtlijsten zijn. Romy Rockx, hij is non-binair masculien, zei dat hij dat het ergste vond, dat wachten. Vind jij dat ook?”

Ja, dat is verschrikkelijk, heel erg. Anderhalf jaar geleden was ik bij de huisarts voor een doorverwijzing naar de hormoonarts. Toen ik het ziekenhuis belde, de hormoonarts, zeiden ze dat ik niet zomaar langs kon komen. Eerst moest ik langs genderzorg en met een psycholoog praten; er is een hele officiële weg. Toen ik uiteindelijk alles had doorlopen en ingevuld, kwam ik op de wachtlijst te staan. Ik kreeg te horen dat ik nog 70 weken moest wachten en inmiddels heb ik nog steeds geen idee wanneer ik mag beginnen.

“Je deed in september 2020 mee aan het tv-programma Drag Race Holland en dat was het moment dat je publiekelijk jezelf identificeerde als non-binair. Je kwam uit de kast voor de kijkers. Wil je ons daar over vertellen?”

Er was een opdracht genaamd Split Personalities. Het kwam neer op: wees half man/half queen. Aan de productie heb ik toen laten weten dat ik mij niet identificeer als man, dus dat mijn Split Personality geen halve man kon zijn. Ik koos ervoor om mijn twee alterego’s te vereenzelvigen. Mijn inner demon Lucy Fur en Ma’Ma Queen, mijn andere drag alterego. De jury gaf me het commentaar dat ze mijn split personality niet mannelijk genoeg vonden en beide persoonlijkheden te vrouwelijk. Toen heb ik daar op het podium, voor de camera’s, uitgelegd waarom ik gekozen heb voor mijn eigen alterego’s en niet voor een mannelijke kant. Het is mijn kunst en mijn identiteit. Daarbij waren de kostuums wel echt een split personality qua look. 

“Dit was een heel binair moment van Drag Race Holland.”

Het was emotioneel, want ik had het gevoel dat ik mij heel erg moest verdedigen. Natuurlijk moet ik dat in het dagelijks leven ook doen, maar ik had het totaal niet verwacht, op het podium daar. Het overviel me. Toen ik die uitleg helemaal had gegeven kreeg ik als antwoord dat ze me begrepen, maar toch zeiden ze nogmaals dat mijn split personality niet mannelijk genoeg was. Dat raakte me diep. Ik voelde me niet geaccepteerd en dat vond ik erg omdat Drag Race juist staat voor het verbinden, de vertegenwoordiging en de emancipatie van queermensen.

“Je performed als drag queen, genaamd Ma’Ma Queen. Je maakt als designer je kleding en besteed veel aandacht aan je styling en make-up. Is die styling belangrijk om de vrouw in je ruimte te geven of lukt dat ook zonder die styling?”

Als ik in drag ben dan ben ik hyper feminine. Ik hou van high fashion. Het leuke is dat ik niet altijd hetzelfde ben. Soms heb ik geen bh aan en ben ik helemaal plat. Terwijl ik andere keren juist hele grote heupen heb, of een mega kont. Ik speel daar een beetje mee. Wat het wel is: op een hak voelt het goed. Als ik niet in drag ben, maar zoals nu, gewoon in een hoodie, dan is het niet zo dat ik mijn vrouwelijkheid minder voel. Ik doe ook niet elke dag wat aan mijn uiterlijk. Vroeger zij ik altijd “de ene dag een Barbie, de andere dag een zwerver”, maar dat mag ik niet meer zeggen van mezelf. Ik vind het disrespectvol naar daklozen en mijzelf. Ik zeg nu: walk the earth like a goddess! Het moet niet uitmaken hoe ik eruit zie. Als ik van binnen maar in control ben over mijn geluk.

“Je kan er dus elke dag anders uitzien! Ik vind het voor mezelf en vrouwen an sich een grappig idee dat je als vrouw je vormen telkens zou kunnen veranderen.”

Iedereen zou een stuk vrijer mogen zijn betreft hun expressie. Waarom moeten vrouwen hun borsten in een bh stoppen en mannen hun ballen niet in een soortgelijk zakje. Waarom moeten die borsten pront vooruit? Over het algemeen wordt er verwacht dat vrouwen veel tijd aan hun uiterlijk besteden. Ik heb toen ik op de kunstacademie zat eens een onderzoekje gedaan en toen bleek dat ook mannen steeds meer tijd besteden aan hun uiterlijk. Ze gaan naar de barber en trimmen hun neushaar, maar gaan nog niet zover als het dragen van een BB-cream of concealer. Waar ligt die sociale grens? Wanneer ontneemt iets iemands mannelijkheid? Dat heb ik altijd een interessant vraagstuk gevonden. Hoe mannen en vrouwen eruit horen te zien wordt heel erg door de mode bepaald. Nu zijn het grote billen, vroeger was het heroïne chic. Men volgt onderbewust deze modegrillen en richtlijnen.

“En Ma’Ma Queen is dus juist veranderlijk en drukt zich uit hoe ze wil.”

Ja, dat klopt. Een vriendin van mij woont op Mallorca. Ze woont in the middle of nowhere, heeft alleen coördinaten en niet eens een adres. Net na Drag Race Holland ging ik daar op bezoek en moest ik een filmpje opnemen, in vol ornaat. We gingen met z’n allen samen dineren, haar man, zijn moeder en hun dochter. Drie generaties aan tafel en het was allemaal zo gewoon, zo natuurlijk. Niemand reageerde gek op mij. Als de maatschappij zo zou zijn, zou dat prachtig zijn, dan kan ik me echt uitdrukken hoe ik wil, zonder gevolgen. 

“Gevolgen. Is dat bijvoorbeeld dat je als je in vol ornaat bent, wordt nageroepen? Heb jij daar veel last van?”

Ja, zeker, heel veel. 

“Wat zegt men dan zoal?”

Dat is wel grappig eigenlijk, want ik analyseer die teksten altijd heel graag. Ik heb mezelf aangeleerd om te kijken naar wie die tekst zegt en om te kijken of ik kan snappen waar diegene z’n opvatting vandaan heeft. Eerder hoorde ik vaak: homo of travestiet, maar sinds een jaar krijg ik meer te horen: she-male. Ik denk dat dat te maken heeft met de porno. De ‘she-males’ zijn een steeds bekendere fetisj en heteromannen vinden dat toch wel een beetje interessant. The truth is in de eye of the beholder. 

“Heb je wel eens iets meegemaakt waardoor je in gevaar kwam of je je echt ernstig bedreigd voelde?”

Ja. Er zijn momenten dat ik me angstig voel terwijl daar niet per se een aanleiding voor is, maar, ik heb wel eens moeten rennen, om snel mijn huis binnen te gaan. Ik ben ook wel eens random in mijn gezicht gespuugd en in Doetinchem ben ik wel eens achterna gezeten door iemand met een mes. Ik zou wel willen benadrukken dat iets van deze orde, sinds ik in Rotterdam woon, een jaar of acht, maar een stuk of drie keer is gebeurd. Verder zijn er onaangename dingen als dat een Uber me wel ziet, maar me niet oppikt. 

“Zeg je er wel eens wat van?”

Nee, meestal niet. Ik wil altijd het liefst zo snel mogelijk weg uit de situatie. Dat heb ik vroeg geleerd, van de tijd dat ik werd gepest op de basisschool. Het kind in mij wordt gewoon bang. Tegelijkertijd ben ik in die situaties vaak alleen en de ander is in een groepje. Praten heeft dan ook geen zin, want de belagers zijn dan toch niet voor rede vatbaar. Ik ben er trouwens wel eens tegenin gegaan, maar één keer kreeg ik daarna meteen een duw tegen de muur en een andere keer zei iemand: Ik maak je af.

“Oh my god, wat heftig.”

Ja, dat zeggen veel mensen tegen me. Mijn ouders kunnen oprecht heel erg verdrietig worden als ze denken aan wat ik allemaal meemaak. Want vanuit hun veilig positie is dat ook heel bizar. Maar ik, ik ben niet anders gewend, dit is normaal voor mij, dit is mijn leven, ik weet niet beter! Overigens vragen mensen mij altijd alleen naar de negatieve dingen, maar ik krijg ook superveel positieve opmerkingen. Als kind deed ik dat ook, focuste ik me alleen maar op het negatieve. Zo van: iedereen vindt me raar…

“…je hebt helemaal gelijk. Ik wil je bij deze graag vragen naar de positieve reacties op jou”.

Mensen zeggen vaak dat ik er mooi uit zie, dat is leuk om te horen. Als ik bijvoorbeeld in het OV naar huis zit, geven jonge meiden me vaak complimenten over mijn look en vooral ook over mijn make-up. Ik vind het zelf ook heel leuk om complimenten te geven. Dat zouden we allemaal meer moeten doen!

“Zou jij de lezers van Het Gesprek Online nog wat willen mee geven?”

Ik zie mezelf als iemand die een nieuw beeld moet creëren en wil daarvoor strijden. Ik strijd niet alleen voor mijzelf, maar voor een veilige maatschappij voor iedereen. Ik kan wel bang zijn voor een individu, die mij iets aan wil doen, maar ik wil graag kijken naar de algemene opvatting die die individu zo laat denken. Er is nu nog gebrek aan representatie in de media. Op jonge leeftijd had ik al door dat ik de vorm van geluk die je zag in films en series nooit ging krijgen, want ik paste niet in dat plaatje en dan zie ik graag anders.

Ik ga bijvoorbeeld ook naar protesten als die van Black Lives Matters. Ik sta daar voor zwarte mensen, maar ook voor mijzelf, voor het systeem dat verandert moet worden. Iederéén zou daar moeten staan! Niet alleen de mensen die een minderheid zijn. Het systeem zal veranderen wanneer iedereen daar staat. 

 

Recommended Posts